
Delegatie- en mandaatbesluit GGD Groningen 2019
Delegatie- en mandaatbesluit GGD Groningen 2019
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van GGD Groningen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
- •
- •
- •
- •
het uit praktisch oogpunt en ter bevordering van een vlotte afhandeling van GGD-zaken aanbeveling verdient de afhandeling van bepaalde zaken te delegeren en (onder)mandateren aan de aangewezen functionarissen,
het Delegatie- en mandaatbesluit GGD Groningen 2019 als volgt vast te stellen:
Artikel 1 Gedelegeerde bevoegdheden
Het algemeen bestuur delegeert aan het dagelijks bestuur de bevoegdheden, opgenomen in overzicht 1, met in achtneming van de in artikel 2 genoemde bepalingen.
De uitoefening van de in artikel 1 bedoelde bevoegdheden:
-
a.
is gericht op de realisering van wettelijk vastgestelde taken en regels, alsmede de in de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Zorg Groningen vastgelegde taken uitgezonderd de taken met betrekking tot de RIGG. De uitoefening van de bevoegdheden geschiedt met inachtneming van het ter zake geldende recht;
- b.
- c.
-
d.
is gedurende het lopende begrotingsjaar met betrekking tot het aannemen van facultatieve taken of taken voor derden toegestaan, voor zover de betreffende gemeente of derde de overeengekomen middelen beschikbaar heeft gesteld of zal stellen. Een en ander met in aanmerkingneming van het jaarlijks door het algemeen bestuur vastgestelde ‘Kader accountantscontrole’.
Als het algemeen bestuur daarom verzoekt, rapporteert het dagelijks bestuur over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden.
HOOFDSTUK 2 MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING
Artikel 4 Verlening mandaat, volmacht en machtiging; ondertekening
-
1.
Het dagelijks bestuur verleent mandaat, machtiging respectievelijk volmacht aan de directeur publieke gezondheid voor de in overzicht 2 genoemde bevoegdheden, om namens hem besluiten te nemen ter uitoefening van deze bevoegdheden en de daarmee verbonden rechtshandelingen of de daarmee samenhangende feitelijke handelingen te verrichten.
-
2.
De voorzitter verleent mandaat, machtiging respectievelijk volmacht aan de directeur publieke gezondheid voor de in overzicht 3 genoemde bevoegdheden om namens hem besluiten te nemen ter uitoefening van deze bevoegdheden, daarmee verbonden rechtshandelingen en daarmee samenhangende feitelijke handelingen te verrichten.
- 3.
- 4.
Artikel 5 Algemene bepalingen , beperkingen en voorwaarden
-
1.
De uitoefening van het mandaat, de machtiging en de volmacht, bedoeld in artikel 4:
- a.
- b.
- c.
-
d.
is gedurende het lopende begrotingsjaar met betrekking tot het aannemen van facultatieve taken of taken voor derden toegestaan, voor zover de betreffende gemeente of derde de overeengekomen middelen beschikbaar heeft gesteld of zal stellen. Een en ander met in aanmerkingneming van het jaarlijks door het algemeen bestuur vastgestelde ‘Kader accountantscontrole’.
- 2.
- 3.
- 4.
- 1.
- 2.
-
3.
Documenten houdende besluiten die krachtens ondermandaat worden afgehandeld worden ondertekend met ‘namens het dagelijks bestuur’ respectievelijk ‘namens de voorzitter’, gevolgd door de naam en de functie ‘directeur publieke gezondheid’, aangevuld met ‘voor deze’, gevolgd door de naam en de functie van de ondergemandateerde.
- 4.
Bij afwezigheid of verhindering van de directeur publieke gezondheid gaat het (onder)mandaat, de machtiging of de volmacht over op zijn plaatsvervanger.
- 1.
- 2.
Artikel 9 Intrekken oude regeling en
De Mandaatregeling voor de Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Zorg Groningen (GGD Groningen), vastgesteld door het algemeen bestuur op 15 december 2017, wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking en werkt terug tot 1 oktober 2019.
Dit besluit wordt aangehaald als ‘Delegatie- en mandaatbesluit GGD Groningen 2019’.
Aldus besloten op 13 september 2019 respectievelijk 4 oktober 2019 .
Bevoegdheden die het algemeen bestuur delegeert aan het dagelijks bestuur:
Verlening mandaat, machtiging of volmacht door het dagelijks bestuur aan de directeur publieke gezondheid:
Verlening mandaat, machtiging of volmacht door de voorzitter aan de directeur publieke gezondheid:
Overzicht van externe mandaten, verleend door derden aan het dagelijks bestuur of aan de directeur publieke gezondheid:
Uitleg over de gebruikte wettelijke begrippen:
Delegatie = een bevoegdheid besluiten te nemen wordt overgedragen. Diegene die de bevoegdheid krijgt oefent die uit onder eigen naam en verantwoordelijkheid.
Mandaat = bevoegdheid besluiten te nemen en te ondertekenen namens mandaatgever. Mandaatgever blijft verantwoordelijk.
Volmacht = bevoegdheid privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.
Machtiging = bevoegdheid overige handelingen te verrichten.
TOELICHTING DELEGATIE- EN MANDAATBESLUIT
Doel van het Delegatie- en mandaatbesluit is een vlotte afhandeling te bevorderen bij de uitvoering van taken en de besluitvorming daarover binnen GGD Groningen. Slagvaardig werken door bepaalde verantwoordelijkheden en uitvoeringstaken zo dicht mogelijk bij de plek te leggen waar de resultaten bereikt moeten worden. Bedoeling is dat hierdoor een goede organisatie en stroomlijning van de werkzaamheden ontstaat.
Dit besluit heeft uitsluitend betrekking op de GGD-taken. De RIGG-taken vallen hier niet onder en zijn separaat geregeld.
Wettelijke begrippen delegatie en mandaat; volmacht en machtiging
Bij delegatie is sprake van overdracht van een bevoegdheid. Een bestuursorgaan draagt een bestaande bevoegdheid tot het nemen van besluiten over aan een ander. Deze oefent die bevoegdheid onder eigen naam en verantwoordelijkheid uit. Delegatie aan ondergeschikten is niet mogelijk. Delegatie past niet in een hiërarchische verhouding.
Bij mandaat vindt geen overdracht van een bevoegdheid plaats, maar wordt de bevoegdheid om besluiten te nemen namens een bestuursorgaan uitgeoefend. Het bestuursorgaan dat het mandaat verleent, blijft verantwoordelijk en aansprakelijk voor de genomen besluiten. Daarom kan de mandaatgever altijd aanwijzingen geven met betrekking tot de uitoefening van het mandaat, of de bevoegdheid zelf uitoefenen. De mandaatgever kan toestaan dat eenmalig ondermandaat wordt verleend. Mandaat past in een hiërarchische verhouding.
Mandaat aan niet-ondergeschikten is mogelijk met instemming van de gemandateerde.
Regels voor mandaat zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht ook van toepassing op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging).
De hoofdlijnen van het besluit zijn weergegeven in een overzicht met juridische verhoudingen en een overzicht met een bevoegdheidsverdeling:
De overzichten 1 tot en met 4 zijn positief geformuleerd, dat wil zeggen dat een mandaat altijd in het overzicht vermeld moet zijn. Is een bevoegdheid niet in het overzicht opgenomen, dan is het dus niet verleend. Dit geldt op gelijke wijze voor de ondermandaten.
De positie van de Directeur Publieke Gezondheid
In alle gevallen wordt er in het Delegatie- en mandaatbesluit mandaat verleend aan de directeur publieke gezondheid. De directeur publieke gezondheid staat aan het hoofd van de organisatie van GGD Groningen en is belast met het integraal management, de producten en output van de organisatie en het relatiebeheer. De directeur publieke gezondheid is hierop aanspreekbaar door het dagelijks bestuur van GGD Groningen.
De directeur publieke gezondheid heeft op grond van de Wet veiligheidsregio’s de leiding over de GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied. De directeur publieke gezondheid is belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening.
Voor de GHOR-taken is de directeur publieke gezondheid verantwoording schuldig aan het bestuur van Veiligheidsregio Groningen. De directeur publieke gezondheid vult deze rol in met inachtneming van de regelingen, instructies en mandaten van Veiligheidsregio Groningen.
Het delegatie- en mandaatbesluit kan ook gevolgen voor burgers hebben. Zij kunnen geconfronteerd worden met besluiten die genomen zijn door een ander dan het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan of namens een bestuursorgaan. Daarom is er een verplichting om het besluit bekend te maken.
Om het overzicht te behouden is bepaald dat niet alleen de wijzigingen worden bekendgemaakt, maar dat steeds een integraal overzicht van de mandaten, volmachten en machtigingen wordt gepubliceerd.
In beginsel kan op grond van de GR PG&Z het dagelijks bestuur (en de directeur publieke gezondheid in mandaat of als gemachtigde) geen uitgaven doen die niet passen binnen de begroting. Een adequate bedrijfsvoering vraagt echter om meer flexibiliteit. Dit vraagt om de mogelijkheid van begrotingsoverschrijdingen, mits deze passen in de door het algemeen bestuur jaarlijks vastgestelde ‘kader accountantscontrole’. Bij het aangaan van nieuwe facultatieve taken tijdens het lopende begrotingsjaar dienen de uitgaven gedekt te zijn door kostendekkende inkomsten.
Hierbij kan ook worden gedacht aan subsidies voor pilots of onderzoek.
Dit artikel biedt de grondslag voor het verlenen van mandaat aan de gemandateerden. De uitoefening van een bevoegdheid kan ruim worden opgevat. Zo volgt bijvoorbeeld uit de bevoegdheid toezichthouder aan te wijzen, ook de bevoegdheid om de daarvoor noodzakelijke legitimatiebewijzen af te geven. Daarom wordt onder de uitoefening mede/in elk geval verstaan:
a. het verrichten van voorbereidingshandelingen en uitvoeringshandelingen;
b. het voeren van correspondentie in het kader van die bevoegdheden, waaronder mede begrepen het verdagen, uitstellen of toezenden van besluiten;
c. het stellen van nadere voorwaarden;
d. het bekendmaken van besluiten;
e. het beslissen op verzoeken om schadevergoeding;
f. het voeren van verhaals- en incassoprocedures;
g. het doen van aangifte van strafbare feiten.
Het derde lid vloeit voort uit art. 10:11 Awb, dat inhoudt dat een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend. Omwille van de duidelijkheid geeft deze bepaling uitsluitsel: degene die het afdoeningsmandaat heeft, heeft ook het ondertekeningsmandaat.
Het vierde lid geeft aan dat de mandaatverhouding uit de ondertekening moet blijken. Ondertekening ziet er dan als volgt uit (afhankelijk van de situatie):
Omdat het karakter van een mandaat is dat de uitoefening namens de mandaatgever plaatsvindt en de mandaatgever verantwoordelijk blijft, is het van belang dat het voor de gemandateerde helder is in welke gevallen géén gebruik gemaakt mag worden van het mandaat. Bij de beperking, bedoeld in het tweede lid, sub d wordt gedacht aan besluiten, waaruit belangrijke financiële, juridische, organisatorische, politieke/bestuurlijke en/of publicitaire consequenties kunnen voortvloeien; verder geldt: ‘bij twijfel niet inhalen’, dus overleggen met de mandaatgever of direct terugleggen.
Een vervangingsregeling kan bij besluit van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de directeur publieke gezondheid of in werkinstructies vastgelegd worden. Bij de ondertekening van stukken blijft de naam van de gemandateerde staan, en de plaatsvervanger tekent met de toevoeging “b.a.” (bij afwezigheid) of “i.o.” (in opdracht).
Hier is de grondslag voor het ondermandaat gegeven. De grenzen van het ondermandaat komen overeen met die van het mandaat, de artikelen 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing. Bij ondermandaat moet uit de ondertekening de ondermandaatverhouding blijken:
Om niet verstrikt te raken in een woud van wijzigingen wordt jaarlijks indien nodig een integrale, doorlopende tekst gepubliceerd, die een geactualiseerd overzicht biedt van de mandaten en ondermandaten. Tussentijdse wijzigingen worden in het eerstvolgende integrale overzicht opgenomen.
De directeur publieke gezondheid is gemachtigd uitgaven te doen binnen de begroting of indien voldaan wordt aan het jaarlijks door het algemeen bestuur vastgestelde ‘kader accountantscontrole. Dat is weer gebaseerd op landelijke regelgeving. Hierin is bepaald welke kostenoverschrijdingen onrechtmatig zijn en meetellen bij de beoordeling door de accountant. Het geheel biedt armslag voor het efficiënt voeren van de bedrijfsvoering.
Personeel Per 1 januari 2020 ligt het werkgeverschap van de GGD bij het dagelijks bestuur. In het mandaat is geregeld dat de meeste bevoegdheden worden overgedragen aan de DPG. Hierbij is rekening gehouden met de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) die per 1 januari 2020 van kracht wordt. De DPG is gemachtigd tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten. De DPG kan deze bevoegdheid opdragen aan de managers GGD met uitzondering van het beëindigen van arbeidsovereenkomsten.