Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal 2017

Publicatiedatum:
maandag 6 mei 2024
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Wijzigingsbesluit Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

 

gezien het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2024 tot wijziging van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Stadskanaal 2017 met terugwerkende kracht per 1 januari 2024;

 

b e s l u i t :

 

de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal 2017 als volgt te wijzigen:

Artikel I Wijziging artikelen en bijlage 3

A

in Artikel 1 Begripsomschrijvingen, wordt een nieuw onderdeel 22 toegevoegd, luidende als volgt:

“ZZP-er:

een opgeleid persoon, niet werkzaam bij een zorginstelling.”

 

B

in Artikel 2 Bijzondere regels over het PGB, negende lid wordt de gehele tekst vervangen door de navolgende tekst:

“Kortdurende ondersteuning bij de regie op zelfstandigheid en/of de participatie in de leefsituatie, Begeleiding Groep en Kortdurend Verblijf wordt uitsluitend verstrekt in natura.”

 

C

in Artikel 3 Hoogte PGB, tweede lid, onderdeel a wordt de gehele tekst vervangen door de navolgende tekst:

“op basis van de geldende CAO VVT, te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van verlofuren;”

 

D

in Artikel 15 Begeleiding Groep, wordt lid 4 vernummerd naar lid 5 en wordt de huidige tekst in de leden 2, 3 en 4 in zijn geheel vervangen door de navolgende tekst:

  • "2.

    Er wordt onderscheid gemaakt tussen Begeleiding Groep Belevingsgericht variant a, Belevingsgericht variant b en Arbeidsmatig.

  • 3.

    Begeleiding:

    • a.

      Groep Belevingsgericht variant a kan worden verstrekt als één begeleider op een groep van gemiddeld 8 en maximaal 10 personen voldoende is;

    • b.

      Groep Belevingsgericht variant b kan worden verstrekt als in samenspraak met de consulent één begeleider op een aangepaste groepsgrootte van gemiddeld 4 personen noodzakelijk is;

    • c.

      Groep Arbeidsmatig kan worden verstrekt als er een grote afstand tot de arbeidsmarkt is en de persoon beperkt in staat is om zelfstandig invulling aan de dag te geven. Deze doelgroep kan met wel met aansturing nuttige werkzaamheden voor de maatschappij verrichten in een veilige omgeving.

  • 4.

    De voorziening wordt vastgesteld in dagdelen. Een dagdeel staat gelijk aan:

    • -

      minimaal drie uur daadwerkelijke begeleiding (exclusief reistijd) aaneengesloten en maximaal 2 dagdelen per 24 uur voor de belevingsgerichte varianten en

    • -

      vier uur (exclusief reistijd) aaneengesloten dagdelen en maximaal 2 dagdelen per 24 uur voor de arbeidsmatige variant.”

 

E

de titel van artikel 16 komt te luiden: “Ambulante Begeleiding”

de tekst van lid 2 wordt in zijn geheel vervangen door: “Er wordt onderscheid gemaakt tussen Ambulante Begeleiding regulier en plus, waarbij plus in de varianten a en b.”

na lid 2 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd luidende als volgt:

“Ambulante Begeleiding:

  • a.

    regulier kan worden verstrekt als de cliënt door deze begeleiding naar eigen vermogen zelfredzaam kan zijn en participeren en verblijven in de eigen leefomgeving en zich handhaven in de samenleving;

  • b.

    plus variant a kan worden verstrekt als er door een crisissituatie tijdelijk meer uren ambulante begeleiding regulier op basis van het all-in tarief ambulant regulier nodig is;

  • c.

    plus variant b kan worden verstrekt als er door een crisissituatie tijdelijk specialistische expertise aanvullend op de ambulante begeleiding regulier op basis van het all-in-tarief ambulant plus nodig is.”

 

F

In artikel 17 Kortdurend Verblijf wordt na lid 1 een nieuw lid 2 toegevoegd, luidende als volgt:

“Voor Kortdurend Verblijf is, indien nodig, vervoer mogelijk.”

 

G

de titel van artikel 19 komt te luiden: “Vaststelling PGB Begeleiding Ambulant”

  • -

    de afkorting BGI onder punt 1 wijzigen in “Begeleiding Ambulant”;

  • -

    de afkorting BGI onder punt 2 wijzigen in “Begeleiding Ambulant”;

  • -

    de tekst van lid 3 wordt in zijn geheel gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    “Het bruto bedrag voor PGB Begeleiding Ambulant door een opgeleide hulpverlener, niet werkzaam in een instelling, wordt vastgesteld op 70% van het zorg in naturatarief.”

  • -

    na lid 3 wordt een nieuw lid 4 toegevoegd, luidende als volgt:

    “Het bruto bedrag voor PGB Begeleiding Ambulant door iemand uit het sociaal netwerk, niet opgeleid (zogenaamd: informeel tarief) wordt vastgesteld op het tarief van de hoogste trede van FWG 30 van de CAO-VVT te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van verlofuren.”

 

H

in artikel 20 Vaststelling PGB Begeleiding Groep wordt na lid 3 een nieuw lid 4 toegevoegd, luidende als volgt:

“Het bruto bedrag voor PGB Begeleiding Groep belevingsgericht variant a blijft op € 27,75 staan, tot het tarief van zorg in natura hoger zou worden dan dit bedrag. Op dat moment wordt het bruto bedrag voor PGB Begeleiding Groep belevingsgericht variant a gelijkgesteld aan het tarief van zorg in natura.”

 

I

in artikel 21 Vaststelling PGB Kortdurend Verblijf wordt na lid 3 een nieuw lid 4 toegevoegd, luidende als volgt:

“Kortdurend Verblijf kan niet informeel door een persoon worden geleverd.”

 

J

in Bijlage 3: Tarieven Wmo wordt de eerste tabel voorzien van een titel en in zijn geheel vervangen door:

“Tarieven PGB Begeleiding, Ondersteuning Huishouden (OH), Ondersteuning Zelfredzaamheid (OZ) en combinatietarief OH/OZ

Soort Begeleiding

eenheid

Formeel tarief

ZZP-tarief

Informeel tarief

Ambulante begeleiding regulier

uur

€ 61,06

€ 42,74

€ 23,23

Ambulante begeleiding plus variant a

uur

€ 61,06

€ 42,74

€ 23,23

Ambulante begeleiding plus variant b

uur

€ 84,87

€ 59,41

€ 23,23

Begeleiding groep belevingsgericht variant a

dagdeel (3 uur)

€ 27,75*

n.v.t.

n.v.t.

Begeleiding groep belevingsgericht variant b

dagdeel (3 uur)

€ 46,89

n.v.t.

n.v.t.

Begeleiding groep arbeidsmatig

dagdeel (4 uur)

€ 28,07

n.v.t.

n.v.t.

Kortdurend verblijf

etmaal

€ 155,88

n.v.t.

n.v.t.

Vervoer: All-in tarief al dan niet rolstoel

etmaal

€ 19,92

n.v.t. 

n.v.t.

OH

**

**

n.v.t.

**

OZ

**

**

n.v.t.

**

OH/OZ

**

**

n.v.t.

**

*Een dagdeel Begeleiding groep belevingsgericht is 3 uur, voorheen was dit 4 uur. Dit heeft vanaf 1 juli 2022 geleid tot een daling van de reële kostprijs voor zorg in natura (ZIN). Het oude PGB bedrag van € 27,75 was gebaseerd op een dagdeel van 4 uur en is in 2024 nog hoger dan het huidige ZIN tarief voor BG belevingsgericht. Om te voorkomen dat PGB houders in de problemen komen of andere aanbieder moeten zoeken hanteren we het oude PGB-tarief van€ 27,75 nog in 2024. De verwachting is dat vanaf 2025 door indexatie het pgb tarief wel weer gelijk gesteld kan worden gesteld aan het ZIN tarief.”

**De cellen waarin ** staat aangegeven bij OH, OZ en OH/OZ worden niet met terugwerkende kracht gewijzigd. Deze cellen zijn met een ander wijzigingsbesluit per 1 maart 2024 reeds gewijzigd en wijzigen opnieuw per 1 oktober 2024 met een afzonderlijk wijzigingsbesluit.

 

Artikel II Wijziging Toelichting

A

in bijlage 5 Toelichting Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal 2017, wordt in het onderdeel ‘Artikelsgewijs’ de tekst bij artikel 3, eerste alinea in zijn geheel vervangen door de navolgende tekst:

“In artikel 1 is bepaald, dat het tarief toereikend moet zijn om een passende bijdrage te kunnen inkopen. De hoogte van het bedrag wordt bepaald op de kostprijs van de voorziening of dienst. In artikel 2 is bepaald op welke manieren een kostprijs kan worden bepaald. Voor het bepalen van het tarief voor het inhuren van een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt, wordt het geldende CAO als uitgangspunt genomen. Voor het inhuren van professionele zorgverleners kan het PGB worden bepaald op 100% van het zorg in natura tarief wanneer iemand in dienst is van een zorginstelling of op 70% van het zorg in natura tarief wanneer iemand een ZZP-er is.”

 

B

in bijlage 5 Toelichting Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Stadskanaal 2017, wordt in het onderdeel ‘Artikelsgewijs’ de tekst vanaf het kopje ‘Indiceren begeleiding in Hoofdstuk 7’ tot en met artikel 17 in zijn geheel vervangen door de navolgende tekst:

“Op grond van de Wmo 2015 moeten gemeenten aan hun inwoners een samenhangend pakket aan begeleiding bieden. De wet omschrijft dit als volgt:

Begeleiding: activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven.

 

Deze begeleiding wordt ingezet op die terreinen waar men niet of onvoldoende zelfredzaam is of kan participeren. Dit kan gaan om een of meerdere van de volgende gebieden: inkomen, huisvesting, dagbesteding, geestelijke of fysieke gezondheid, verslaving, ADL-vaardigheden, sociaal netwerk, maatschappelijke vaardigheden en justitie.

 

Een groot deel van de Wmo -ondersteuning is door gemeenten georganiseerd in algemene en voorliggende voorzieningen zoals het aanbod van de Welzijnsorganisatie, de ggz-inloop en buurtactiviteiten. Als er meer nodig is kan na individueel onderzoek (aanvullend) een maatwerkvoorziening worden verstrekt. Een maatwerkvoorziening kan middels Zorg in Natura of via een Persoonsgebonden budget worden verstrekt.

 

Beperkingen

Bij de functie begeleiding onderscheiden wij de mate (zwaarte) van de beperkingen om te bepalen wat binnen het eigen netwerk of met voorliggende voorzieningen kan worden opgelost en waarvoor maatwerkvoorzieningen nodig zijn. Want: zo zwaar als nodig, zo licht als mogelijk:

  • -

    lichte beperking (stimuleren van het zelf uitvoeren van taken);

  • -

    matige beperking (helpen bij taken);

  • -

    zware beperking (taken en/of regie moeten worden overgenomen).

 

Terreinen

Wij onderscheiden de volgende terreinen waarop de beperkingen zich voordoen:

  • 1.

    zelfredzaamheid (kunnen bewegen en verplaatsen, communicatie, nemen van besluiten, oplossen van problemen, dagelijkse routine kunnen organiseren etc.);

  • 2.

    gedragsproblemen (destructief gedrag, dwangmatig gedrag, lichamelijk en/of verbaal agressief, seksueel overschrijdend gedrag etc.);

  • 3.

    psychisch functioneren (concentratie, geheugen en denken, perceptie van de omgeving etc.);

  • 4.

    oriëntatiestoornissen (oriëntatie in tijd, plaats en persoon, geheugen etc.).

 

Ad 1. Zelfredzaamheid

Er is sprake van matige beperking als het zelfstandig nemen van besluiten niet vanzelfsprekend is, de cliënt hulp nodig heeft bij het regelen van dagelijkse bezigheden en bij het aanbrengen van dagelijkse routine en structuur en niet goed begrijpt wat anderen zeggen en zichzelf niet voldoende begrijpelijk kan maken. Beperkingen op het gebied van bewegen en verplaatsen die door een hulpmiddel, en eventueel ondersteuning bij gebruik van openbaar vervoer, kan worden gecompenseerd. Er is sprake van zware beperking als complexe taken moeten worden overgenomen, uitvoeren van eenvoudige taken moeilijk gaat, de cliënt niet in staat is zelfstandig problemen op te lossen en/of besluiten te nemen, moeite heeft met communiceren en afhankelijk is van regie van anderen voor het voeren van de regie. Als beperkingen op het gebied van bewegen en verplaatsen onvoldoende door hulpmiddelen kunnen worden gecompenseerd. Verwaarlozing dreigt en zonder deskundige begeleiding opname noodzakelijk is.

 

Ad 2. Gedragsproblemen

Er is sprake van matige beperking als er bijsturing en soms gedeeltelijke overname van taken vereist is door een deskundige professional omdat de situatie anders verslechtert en de eigen omgeving van de cliënt slechts gedeeltelijk in bijsturing kan voorzien. Er is sprake van zware beperking als er ernstige problemen zijn waardoor de veiligheid van cliënt en/of zijn omgeving in gevaar zijn en er continu professionele bijsturing nodig is.

 

Ad 3. Psychisch functioneren

Er is sprake van matige beperking als er regelmatig hulp nodig is vanwege concentratieproblemen en informatieverwerking. Er is sprake van zware beperking als volledige overname van de taken door een professional nodig is vanwege ernstige problemen met concentratie, denken, geheugen en waarneming van de omgeving.

 

Ad 4. Oriëntatiestoornissen

Er is sprake van matige beperking als er problemen zijn met het herkennen van personen en omgeving, er vaak hulp nodig is bij het uitvoeren van taken en het vasthouden van een dagritme. De situatie zal verslechteren zonder deskundige begeleiding. Er is sprake van zware beperking als er ernstige problemen zijn met het herkennen van personen en omgeving, als de cliënt gedesoriënteerd is, taken moeten worden overgenomen en er ondersteuning nodig is bij de dagstructurering . Zonder deskundige begeleiding is opname noodzakelijk.

 

Omvang begeleiding

Begeleiding maakt vaak deel uit van een heel pakket van zorg van behandeling en persoonlijke verzorging. De omvang van de hulp wordt hierdoor sterk bepaald. In de AWBZ werden deze functies veelal samengevoegd in een integraal pakket. In de Wmo is dit niet meer mogelijk, maar zullen de indicaties voor behandeling en persoonlijke verzorging wel meegewogen worden bij de indicatiestelling voor begeleiding en zal de hulp met behandelaars en thuiszorg (persoonlijke verzorging) worden afgestemd. In de Wmo zal tevens worden gezocht naar mogelijke combinaties van maatwerkvoorziening begeleiding en voorliggende voorzieningen op het gebied van welzijnswerk.

 

Artikel 15 Begeleiding groep

Begeleiding Groep (verder BG) bestaat uit op de cliënt afgestemde groepsactiviteiten op locatie, zoals dagbesteding en dagopvang, die de zelfredzaamheid van de cliënt bevorderen, behouden of compenseren voor zover de cliënt in verband met een beperking, chronische, psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met behulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat tot participatie of in staat is zich te handhaven in de samenleving.

 

Doelstellingen van BG zijn: Cognitieve capaciteiten en vaardigheden zoveel mogelijk handhaven en/of gedragsproblematiek reguleren. Stimuleren van zelfredzaamheid, ontmoeting en contact en het onderhouden hiervan. Het product kan ook ingezet worden ter ontlasting van mantelzorgers.

 

BG, veelal bekend onder de naam "dagbesteding":

  • -

    is programmatisch (met een vast dag- en/of weekprogramma);

  • -

    is methodisch (een methode voor werken met de doelgroep als basis) met een welomschreven doel;

  • -

    vraagt actieve betrokkenheid van de cliënt en

  • -

    is gericht op het structureren van de dag, oefenen met vaardigheden, die de zelfredzaamheid bevorderen.

 

Het is nadrukkelijk anders dan welzijnsactiviteiten; ook al bevatten welzijnsactiviteiten wel elementen die in BG voorkomen. Voor veel cliënten zal deelname aan activiteiten in bijvoorbeeld het Huis van de buurt voldoende zijn om structuur te bieden aan de dag en medemensen te ontmoeten. Alleen voor cliënten, die door hun cognitieve beperkingen, ernstig fysieke beperkingen of gedragsproblematiek een dergelijke dagstructurering , gericht op het verbeteren of behouden van capaciteiten en/of het reguleren van gedragsproblemen nodig hebben, is BG nodig.

 

BG Belevingsgericht

Begeleiding groep belevingsgericht is bedoeld voor de doelgroep die beperkt is om een besteding van de dag zelfstandig in te vullen en (deels) niet in staat is om daarvoor gebruik te maken van activiteiten in het voorliggend veld. Het gaat om het groepsgewijs begeleiden van mensen die structuur en dagritme missen en te maken hebben met psychische, cognitieve en/of fysieke beperkingen. Hierbij is een duidelijke begeleidingsbehoefte aan de orde. Zoals bijvoorbeeld sommige ouderen met dementie, sommige cliënten met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) of ggz-problematiek. Bij begeleiding groep belevingsgericht kan overigens ook sprake zijn van arbeidsmatige groepsbegeleiding maar dan zonder dat er sprake is van een ontwikkelpotentieel bij de cliënt.

 

Groepsbegeleiding bestaat uit het doen van laagdrempelige activiteiten op locatie in groepsverband, die niet algemeen beschikbaar zijn en die aansluiten bij de belevingswereld en de wensen en interesses van de cliënt. De begeleiding is gericht op beleving, het hebben van een zinvolle daginvulling en het aangaan van contacten/ontmoeting of het stimuleren daartoe. Gedacht kan worden aan o.a. creatieve activiteiten, het verrichten van tuinwerkzaamheden, samen koken, eten of bewegen.

Hiermee wordt:

  • -

    dagritme geboden

  • -

    de situatie zoveel mogelijk gestabiliseerd

  • -

    de eventuele mantelzorger ontlast

  • -

    een periode tot opname in een instelling ( Wlz ) overbrugd

  • -

    sturing geboden op het gebied van de emotieregulatie

 

De standaard richtlijn voor de groepsgrootte op basis van een indicatie variant a is: één begeleider op een groep van gemiddeld 8 en maximaal 10 personen. Het kan in uitzonderlijke situaties, vanuit de behoefte of beperking van de cliënt, noodzakelijk zijn om in een kleinere groep groepsbegeleiding te krijgen. Bijvoorbeeld omdat een prikkelarme omgeving nodig is of omdat de begeleidingsvraag erg intensief is (bijvoorbeeld in de aanloop naar een Wlz -indicatie). Er kan dan niet worden volstaan met 1 begeleider op een groep van gemiddeld 8 en maximaal 10 cliënten.

 

In samenspraak met de consulent wordt dan een indicatie afgegeven op basis van een aangepaste groepsgrootte van gemiddeld 4 cliënten in dit geval variant b. Het product blijft dan gelijk maar er geldt dan een ander tarief. De behoefte/vermogen van de cliënt om in een grote dan wel kleine groep begeleiding te ontvangen en de afgegeven beschikking waarin dit is opgenomen bepaalt dus welke tariefklasse gehanteerd wordt.

 

De indicatie wordt gegeven per dagdeel, waarbij uitgegaan wordt van minimaal 3 uur daadwerkelijke begeleiding (exclusief reistijd) aaneengesloten en maximaal 2 dagdelen per 24 uur. Aanbieders organiseren het vervoer voor die cliënten die niet op eigen gelegenheid naar de locatie kunnen komen. Hiervoor wordt indien van toepassing een aparte indicatie verstrekt.

 

Overige aspecten die van belang zijn bij de uitvoering

  • -

    Begeleiding in groepsverband is voorliggend op ambulante begeleiding als hetzelfde doel wordt beoogd. Persoonlijke begeleiding en individuele aandacht maken onderdeel uit van begeleiding groep. Hiervoor kunnen geen extra kosten in rekening worden gebracht.

  • -

    Voor bepaalde doelgroepen verwachten we binnen dit product wel een lichte vorm van activering. Denk daarbij aan ADL-vaardigheden, onderdelen van het voedselbereidingsproces etc.

  • -

    Belevingsgerichte groepsbegeleiding kan in samenhang met het gebruik van algemene/voorliggende voorzieningen plaatsvinden. Voor sommige cliënten kan belevingsgerichte groepsbegeleiding een opmaat zijn voor het gebruiken van algemene en voorliggende voorzieningen. Er dient altijd onderzoek te worden gedaan naar de mogelijkheden voor inzet van algemene/voorliggende voorzieningen. Aanbieders nemen dit op in het begeleidingsplan en verantwoorden dit bij de toegang bij melding/aanvraag voor herindicatie.

  • -

    Eén van de activiteiten waar we specifiek aandacht voor vragen is digitalisering. We vragen van aanbieder (als dit van toegevoegde waarde is voor de cliënt) met enige regelmaat een activiteit op de groepsbegeleiding vorm te geven waarbij cliënten kennismaken met interactie via beeldscherm, laptop, tablet. Op die manier kunnen mensen kennismaken en oefenen in de digitale wereld met als doel sociale relaties buiten de groepsbegeleiding te kunnen onderhouden. De aanbieder is vrij hoe dit te organiseren, de consulent spreekt af voor welke cliënten dit in ieder geval van toepassing is.

  • -

    Voor in ieder geval mensen met dementie die geïndiceerd worden voor dit product is eerder sprake van achteruitgang dan van vooruitgang van de cliënt. Hierdoor moet goed gemonitord worden of Wmo -begeleiding nog passend is of dat bijvoorbeeld een Wlz -indicatie aan de orde is.

  • -

    Als de cliëntsituatie verandert en er ander vormen van ondersteuning of toeleiding naar Wlz worden ingezet dan is de aanbieder verplicht mee te werken aan een warme overdracht wanneer de cliënt hiervoor naar een andere aanbieder moet gaan.

  • -

    De begeleider is bereid om een cliënt met een regieprobleem, daar waar dit nodig is, op de groepsbegeleidingslocatie te begeleiden (door het aansporen van de cliënt) bij het verrichten van ADL-activiteiten (persoonlijke verzorging) door de cliënt zelf. Dit maakt onderdeel uit van dit product. Persoonlijke verzorging bij begeleiding groep valt onder de Wmo 2015 wanneer de behoefte aan persoonlijke verzorging samenhangt met de behoefte aan begeleiding. Persoonlijke verzorging op grond van de Wmo 2015 kan tijdens de groepsbegeleiding bestaan uit hulp bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), waaronder:

    • a)

      Bewegen;

    • b)

      Lopen;

    • c)

      Gaan zitten en weer opstaan;

    • d)

      Lichamelijke hygiëne;

    • e)

      Toiletbezoek;

    • f)

      Eten/drinken;

    • g)

      Medicijnen innemen;

    • h)

      Ontspanning; en

    • i)

      Sociaal contact.

  • -

    In het geval een cliënt van begeleiding groep een indicatie heeft voor wijkverpleging, kan overwogen worden om de wijkverpleegkundige naar de begeleidingslocatie te laten komen in plaats van het huisadres van de cliënt.

  • -

    Als de situatie van een cliënt verandert dan is er een mogelijkheid dat een cliënt vanuit begeleiding groep belevingsgericht kan doorstromen naar begeleiding groep arbeidsmatig. De aanbieder is dan verplicht mee te werken aan een warme overdracht als dit betekent dat de cliënt hiervoor naar een andere aanbieder moet gaan.

  • -

    Als cliënt naast begeleiding groep ook ambulante begeleiding heeft dan ligt bij beide aanbieders, respectievelijk beide medewerkers van de aanbieder als het dezelfde aanbieder betreft, de gedeelde verantwoordelijkheid om de begeleiding op elkaar af te stemmen.

  • -

    Waar nodig wordt nauw samengewerkt met organisatie(s) die andere vormen van begeleiding of medische behandeling levert. De aanbieder monitort in dit kader of er zodanige veranderingen zijn bij de cliënt dat de cliënt in aanmerking komt voor beschermd wonen, behandeling op basis van de Zvw of ondersteuning vanuit de Wlz .

  • -

    Uitgangspunt is dat de groepsbegeleiding zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de cliënt wordt aangeboden en het vervoer van en naar groepsbegeleiding door de persoon zelf of het netwerk geregeld wordt. Als het vervoer niet op eigen kracht lukt dan kan hiervoor een indicatie worden verleend. Het vervoer is onlosmakelijk verbonden aan de uitvoering van begeleiding groep en wordt door de aanbieder georganiseerd.

 

BG Arbeidsmatig

Doel van deze vorm van groepsbegeleiding is het ontwikkelen en vergroten van vaardigheden op het gebied van arbeidsmatige participatie en zelfredzaamheid door het stimuleren en activeren van de deelnemers tot het uitvoeren van doelgerichte taken, in een veilige groepssetting. Hierbij wordt rekening gehouden met het tempo en niveau van de cliënt, door begeleiding op maat. Zo kan iemand zijn of haar vaardigheden oefenen en grenzen verleggen.

 

Deze vorm van begeleiding heeft als uiterste doel deelname aan opleiding, vrijwilligerswerk, beschut werk of regulier werk. Dit hoeft echter niet altijd het doel te zijn in het begeleidingsplan van de cliënt. Door het begeleidingsplan van de cliënt te koppelen aan de participatieladder uit de Participatiewet en het bieden van mogelijkheden tot doorstroom naar vrijwilligerswerk, beschut werk of regulier werk, kan gericht aan verdere maatschappelijke participatie gewerkt worden.

 

Wanneer wordt begeleiding groep arbeidsmatig ingezet:

  • -

    Arbeidsmatige groepsbegeleiding is bedoeld voor die doelgroep die grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt heeft en beperkt in staat is om zelfstandig invulling aan de dag te geven. Deze doelgroep kan wel met aansturing nuttige werkzaamheden voor de maatschappij verrichten in een veilige omgeving.

  • -

    Met arbeidsmatige groepsbegeleiding wordt de cliënt in de groep (sociaal) geprikkeld en tijdens de werkzaamheden uitgedaagd in de eigen mogelijkheden. Hiermee wordt (sociale) achteruitgang en eenzaamheid voorkomen.

  • -

    De cliënt ontleent eigenwaarde aan de geleverde arbeid. Deelnemen aan arbeidsmatige groepsbegeleiding biedt structuur in de dag en week. Arbeidsvaardigheden, basisvaardigheden en sociale vaardigheden worden onderhouden.

  • -

    Bij arbeidsmatige/activerende groepsbegeleiding is er altijd sprake van ontwikkelpotentieel bij de cliënt. Deze doelgroep is leerbaar, echter de stapjes zijn op dit moment niet zo groot dat snelle doorgroei naar (entree)opleiding, beschut werk, vrijwilligerswerk of andere activeringsinstrumenten uit de Participatiewet te verwachten is.

  • -

    Begeleiding in groepsverband is voorliggend op ambulante begeleiding als hetzelfde doel wordt beoogd. Ambulante begeleiding en individuele aandacht kunnen onderdeel uitmaken van begeleiding groep, echter hiervoor kunnen geen extra kosten in rekening worden gebracht.

 

Omschrijving van het product

  • -

    De activiteiten zijn in groepsverband en gericht op activering. De cliënt verricht activiteiten met een zelfstandig karakter waarbij het vaak zal gaan om het tot stand brengen van een product of dienst, afgestemd op de mogelijkheden en interesse van de cliënt. De cliënt mag niet zonder begeleiding van aanbieder aan het werk worden gezet bij een andere partij niet zijnde een onderaanbieder .

  • -

    Eén van de activiteiten waar we specifiek aandacht voor vragen is digitalisering. We vragen van aanbieder met enige regelmaat een activiteit op de groepsbegeleiding vorm te geven waarbij cliënten kennismaken met interactie via beeldscherm, laptop, tablet. Op die manier kunnen mensen kennismaken en oefenen in de digitale wereld met als doel sociale relaties buiten de groepsbegeleiding te kunnen onderhouden. De aanbieder is vrij hoe dit te organiseren.

  • -

    De begeleider is bereid om een cliënt met een regieprobleem, daar waar dit nodig is, te begeleiden (door het aansporen van de cliënt) bij het verrichten van ADL-activiteiten (persoonlijke verzorging) door de cliënt zelf. Wanneer dat niet lukt is de begeleider bereid om een cliënt op de groepsbegeleidingslocatie, daar waar dit nodig is, te ondersteunen bij het verrichten van ADL-activiteiten (persoonlijke verzorging).

  • -

    De richtlijn voor de groepsgrootte is verhoudingsgewijs één begeleider op gemiddeld 10 cliënten.

  • -

    De indicatie wordt gegeven in dagdelen van 4 uur (exclusief reistijd) aaneengesloten, met een maximum van 2 dagdelen per 24 uur. Daarbij is een afwijking van maximaal 60 minuten meer per dagdeel acceptabel.

 

Overige aspecten die van belang zijn bij de uitvoering

  • -

    Als er verdere ontwikkelingsmogelijkheden voor de cliënt liggen dan zoekt de aanbieder van ‘arbeidsmatige gerichte groepsbegeleiding’ hiervoor contact en samenwerking met het bedrijfsleven, wijkvoorzieningen, verenigingsleven, omwonenden of bezoekers van voorzieningen. Voorbeelden zijn: voorzieningen in de buurt (bijv. buurtinitiatieven, wijkrestaurant, winkel, horeca etc.), welzijnswerk, werkvoorzieningsschappen, UWV, en/of werkgevers. De begeleiding kan dus ook gericht zijn op toeleiding naar vrijwilligerswerk of beschut werk.

  • -

    Als cliënt naast begeleiding groep ook ambulante begeleiding heeft dan stemt de aanbieder van begeleiding groep af met de ambulante begeleider.

  • -

    Groepsgrootte is passend en doelmatig en is afgestemd op de begeleidingsbehoefte van de cliënt en hetgeen in de dienstverleningsopdracht aan aanbieder is opgedragen.

  • -

    Uitgangspunt is dat de groepsbegeleiding zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de cliënt wordt aangeboden en het vervoer van en naar groepsbegeleiding door de persoon zelf of het netwerk geregeld wordt. Als het vervoer niet op eigen kracht lukt dan kan hiervoor een indicatie worden verleend. Het vervoer is onlosmakelijk verbonden aan de begeleiding groep en wordt door de aanbieder georganiseerd. Als Wmo arbeidsmatige groepsbegeleiding in relatie staat tot uitstroom naar werk/ re-integratie, dan kan voor de vervoerskosten ook gekeken worden naar mogelijkheden binnen de participatiewet.

 

In het derde lid is bepaald, dat BG wordt vastgesteld in dagdelen. Een dagdeel staat gelijk aan maximaal drie of vier aaneengesloten uren. Het maximum is negen dagdelen per week, dat gelijk is aan een in Nederland gebruikelijke 36-urige werkweek. Het aantal dagdelen BG dat wordt geïndiceerd, is afhankelijk van:

  • -

    de noodzaak (hoeveel structuur, activering, toezicht etc. nodig is). Wat biedt het eigen netwerk of de voorliggende voorzieningen, hoe belast is de mantelzorg etc.);

  • -

    de mogelijkheden van de cliënt (hoeveel kan de cliënt fysiek en mentaal aan);

  • -

    het doel dat BG voor deze specifieke cliënt heeft (als een doel is: in geval van een zinvolle dagbesteding ter vervanging van arbeid, dan worden bijvoorbeeld acht of negen dagdelen geïndiceerd. Een en ander vergelijkbaar met een 36-urige werkweek;

  • -

    de mogelijkheden van de specifieke dagbestedingsgroep (bij het werken in groepen is groepsdynamiek essentieel). Hiermee dient rekening gehouden te worden om de voorziening effectief te laten zijn.

 

Aangezien de gemeente indiceert en de hulp effectueert, zal ook dit element bij de indicatie moeten worden betrokken.

 

Vervoer BG

In het vierde lid is geregeld, dat vervoer van en naar de locatie mogelijk wanneer dit nodig is. Wanneer uit onderzoekt blijkt, dat een cliënt in staat is met het openbaar vervoer te reizen (eventueel na oefenen onder begeleiding) of met de fiets of een ander vervoermiddel, zelfstandig (of onder begeleiding van mantelzorg of beschikbare vrijwilliger) de dagbesteding kan bereiken, dan is dat uiteraard voorliggend. Wanneer dit niet mogelijk is, zal vervoer van en naar de dagbesteding moeten worden geïndiceerd. De meeste aanbieders van dagbesteding hebben eigen vervoer dan wel afspraken met vervoersbedrijven die de cliënt van huis of bij een vast verzamelpunt ophalen en naar de dagbesteding brengen en halen. Er wordt bij de keuze voor een bepaalde locatie dagbesteding voor een cliënt al rekening gehouden met de reisafstand. Wanneer er medisch gezien toezicht nodig is, dan kan hiervoor een beroep gedaan worden op de Zorgverzekeringswet.

 

De gemeente hanteert hiertoe de volgende all-in bedragen:

  • all-in tarief vervoer cliënt per dag dat cliënt daadwerkelijk aanwezig is en gebruikmaakt van vervoer van uitvoerder;

  • all-in tarief rolstoelvervoer cliënt per dag dat cliënt daadwerkelijk aanwezig is en gebruikmaakt van vervoer van uitvoerder.

 

De tarieven zijn opgenomen in bijlage 3 van de Nadere regels.

 

Artikel 16 Ambulante Begeleiding

Ambulante Begeleiding (verder: AB) bestaat uit op de cliënt afgestemde individuele activiteiten zoals woonbegeleiding en thuisbegeleiding die de zelfredzaamheid van cliënten bevorderen, behouden of compenseren voor zover de cliënt in verband met een beperking, chronische, psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met behulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat is tot participatie of is te handhaven in de samenleving. Voor AB regulier en plus worden geen indicaties voor vervoer afgegeven.

 

Doelstellingen van AB kunnen zijn:

  • 1.

    het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen;

  • 2.

    het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van (dag)structuur of het voeren van regie;

  • 3.

    het overnemen van toezicht;

  • 4.

    het aansturen van gedrag.

 

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën: AB Regulier en Plus (in variant a en b).

 

AB ligt in veel gevallen dicht bij hulp in de leefsituatie en persoonlijke verzorging. Er zal dan ook gezocht worden naar combinaties van begeleiding en Ondersteuning Zelfredzaamheid (OZ) om de hulp zo efficiënt mogelijk in te zetten. AB zou in sommige situaties ook in een groep kunnen worden gegeven, bijvoorbeeld bij activiteiten als thuisadministratie of geldbeheer. De begeleider kan dan een paar cliënten in het buurthuis ontvangen in plaats van iedere cliënt apart thuis te bezoeken.

 

Omvang AB

Voor individuele begeleiding wordt gekeken naar de tijd die nodig is om de activiteiten te kunnen verrichten. De normering wordt individueel bepaald en is maatwerk. Individuele begeleiding wordt vastgesteld in uren, in beginsel met een bandbreedte van 1 tot 25 uur per week. Hiermee wordt aangesloten bij de normering en indicatiewijzer van het CIZ bij de uitvoering AWBZ. Meer uren per week zijn, indien nodig en duidelijk gemotiveerd, mogelijk. Het aantal uren begeleiding is gebaseerd op de optelsom van de duur van de betreffende activiteiten.

 

AB Regulier

De cliënt kan door deze vorm van begeleiding naar eigen vermogen zelfredzaam zijn en participeren en verblijven in de eigen leefomgeving en zich handhaven in de samenleving.

 

Het betreft één op één begeleiding van de cliënt door een aanbieder in de thuissituatie, digitaal op afstand, op school of op het werk niet zijnde begeleiding in groepsverband. Ambulante begeleiding kan bestaan uit praktische begeleiding, gedragsregulerende begeleiding of begeleiding waarbij sprake is van een ontwikkeldoelstelling.

 

De ambulante begeleiding richt zich op:

  • -

    herstel, stabilisatie en voorkómen van erger of crisis

  • -

    begeleiden van cliënten met een regieprobleem zodat zij weer grip op de situatie krijgen

  • -

    het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden om de zelfredzaamheid en de participatie van de individuele inwoner dan wel zijn gezin/gezinssysteem te verhogen of te behouden.

  • -

    het (leren) gebruiken van en toeleiding naar (algemene) voorzieningen.

  • -

    het realiseren van ondersteuning in/door het persoonlijk netwerk van de cliënt

  • -

    integraliteit/ afstemming met andere hulpverlening

 

Ambulante begeleiding kan op maat verstrekt worden voor een bepaalde korte of middellange of lange periode. Dit is afhankelijk van de individuele situatie en het ontwikkelpotentieel van de cliënt.

 

Ambulante begeleiding kan bestaan uit:

  • -

    Praktische begeleiding in verband met tekortschietende (ADL) vaardigheden in het zelfregelend vermogen (dagelijkse bezigheden regelen, besluiten nemen, plannen en uitvoeren van taken, beheerszaken regelen, communicatie, sociale relaties).

  • -

    Het ondersteunen bij/oefenen met het aanbrengen van structuur hierin c.q. het voeren van regie. Bijvoorbeeld als gevolg van een lichte verstandelijke beperking (LVB) of verslavingsproblematiek;

  • -

    Begeleiding bij het weer opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk.

  • -

    Ondersteunen bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventie. Zorgen dat, daar waar noodzakelijk, adequate begeleiding door de cliënt wordt aangenomen en opgevolgd.

  • -

    Het waar dit nodig is, begeleiden van de cliënt met een regieprobleem (door het aansporen van de cliënt) bij het verrichten ADL-handelingen (persoonlijke verzorging) door de cliënt zelf.

  • -

    Ondersteuning van (medische) behandeling voor zover de begeleiding niet onlosmakelijk verbonden is aan de medische behandeling. Want dan is het geen Wmo begeleiding. Het gaat hierbij om het oefenen van vaardigheden in de praktijk aangereikt vanuit de behandeling (die dan meestal valt onder de Zvw ).

 

Overige aspecten die van belang zijn bij de uitvoering

  • -

    Begeleiding vindt plaats op geplande en zo nodig op basis van de wens van cliënt op ongeplande momenten, u kunt denken aan een situatie dat een cliënt niet wekelijks op een vast moment maar af en toe op niet in te schatten momenten behoefte heeft aan ondersteuning, in de woon- en leefomgeving van de inwoner én waar nodig op afstand met behulp van digitale middelen (zoals screen to screen contact).

 

AB Plus

Het doel van AB Plus is stabilisatie na een crisis, gericht op herstel van veiligheid en regie. Door inzet van dit product kan de cliënt, samen met de aanbieder, weer vanuit een stabielere situatie werken aan het realiseren van de gestelde doelen in de doelrealisatieopdracht en het begeleidingsplan ambulante begeleiding regulier. De overige doelstellingen van ‘begeleiding plus’ zijn identiek aan de doelstellingen van ‘begeleiding regulier’.

 

AB Plus kan bij een crisissituatie, indien er geen andere oplossingen mogelijk zijn, ingezet worden om de ambulante begeleiding regulier tijdelijk te intensiveren. Dit kan door:

  • a)

    inzet van tijdelijk meer uren ambulante begeleiding regulier op basis van het all-in tarief ambulant regulier (plus a variant).

  • b)

    tijdelijke inzet van specialistische expertise (bijvoorbeeld specifieke ervaringsdeskundigheid, gedragsdeskundige, psycholoog, of specialistische verslavingsdeskundigheid) aanvullend op de ambulante begeleiding regulier op basis van het all-in tarief ambulant plus (plus b variant).

 

De gemeente zorgt in voorkomende situaties voor een indicatie ambulante begeleiding plus a of b die tijdelijk wordt toegekend, aanvullend op de al bestaande (of tevens af te geven) indicatie ambulante begeleiding regulier, door middel van een indicatie voor een maximaal aantal te declareren uren voor een bepaalde periode. Dit maximum kan de aanbieder op basis van de behoefte van de cliënt flexibel verdelen over de geïndiceerde periode. Na afloop van deze tijdelijk aanvullende indicatie valt de cliënt weer terug op de nog lopende basis indicatie ambulante begeleiding regulier.

 

De criteria voor de inzet van begeleiding plus zijn:

  • 1.

    Er is sprake van een onveilige situatie (onveilig voor cliënt, omgeving, begeleider en/of andere betrokkenen, en/of een toename van probleemgedrag, en/of zorgmijding. Dit resulterend in ernstige achteruitgang. Met ernstige achteruitgang wordt bedoeld: aantoonbare achteruitgang ten opzichte van een eerder niveau van functioneren die grote invloed heeft op de emotieregulatie, cognitieve functies en/of het gedrag.

    en

  • 2.

    Er is tijdelijk weinig tot geen regie over het eigen leven; er is geen evenwicht, de situatie is niet stabiel.

 

Er wordt geen ambulante begeleiding plus ingezet als de inwoner in aanmerking komt voor beschermd wonen, behandeling (inclusief begeleiding) op basis van de Zvw of ondersteuning vanuit de Wlz .

 

Overige aspecten die van belang zijn bij de uitvoering

  • -

    Aanbieders bieden zowel de reguliere als plusvariant aan, al dan niet in samenwerking met een andere partij, zodat op- en afschaling eenvoudig te regelen is.

  • -

    Er wordt toegewerkt naar een stabiele situatie waardoor er (weer) afschaling naar begeleiding regulier kan plaatsvinden en/of doorverwijzing of samenwerking met algemene voorzieningen, het persoonlijk netwerk, Wlz of Zvw .

 

Artikel 17 Kortdurend verblijf

Het doel van Kortdurend verblijf (verder KV) is het ontlasten van de mantelzorger zodat cliënt nog wel thuis kan blijven wonen. Het kan echter ook gaan om ongeplande of spoedopvang als plotseling de mantelzorger uitvalt. Dit laatste kan alleen als er geen medisch acuut gevaar is. In dat geval voldoet de cliënt aan de voorwaarden van de respijtzorg die onder de Zvw valt.

 

Omschrijving van het product

  • -

    KV betreft het logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week, als de begeleiding voor de inwoner noodzakelijkerwijs gepaard gaat met permanent toezicht (niet zijnde zorg) omdat de cliënt niet altijd (adequaat) zelf hulp kan inschakelen.

  • -

    Het zwaartepunt van de begeleiding ligt vooral op logeren met als doel het overnemen van toezicht op de inwoner ter ontlasting van de gebruikelijke hulp of mantelzorger. Iemand moet zelf kunnen alarmeren. Niet zijnde een Wlz - of Zvw -bed.

  • -

    KV als respijtzorg kan cyclisch zijn gedurende maximaal 3 etmalen of incidenteel voor een aansluitende periode zijn, bijvoorbeeld in de vakantie.

    • a)

      Cyclisch: de cliënt gaat met een zekere regelmaat uit logeren en wil daar wel of geen groepsbegeleiding bij.

    • b)

      Incidenteel: de cliënt gaat een langere periode (bijvoorbeeld een paar dagen of een week) uit logeren omdat de partner of inwonende mantelzorger op vakantie gaat. Dit komt dan 1 of 2 keer per jaar voor en tussendoor is er geen behoefte aan cyclische respijtzorg. Het gaat dan om verblijf en groepsbegeleiding op dezelfde locatie.

  • -

    KV kan soms ook incidenteel nodig zijn bij niet-planbare situaties. In dit soort situaties wordt wel nadrukkelijk gekeken naar eventuele voorliggende voorzieningen vanuit de Zvw of Wlz . Bijvoorbeeld:

    • a)

      De mantelzorger valt uit door bijvoorbeeld plotselinge ziekenhuisopname of onvoorzien (langer) herstel na ziekenhuisopname. De partner waarvoor gezorgd wordt, kan niet zelfstandig achterblijven maar er is geen medische noodzaak of behoefte aan geneeskundige zorg (anders is het te indiceren vanuit de Zvw ).

    • b)

      Ter overbrugging naar verwachte indicatie voor Wlz voor maximaal 3 etmalen per week voor 3 maanden voor zover dit niet onder de Zvw kan vallen.

 

Overige aspecten die van belang zijn bij de uitvoering

  • -

    Dit product is inclusief de dagelijkse maaltijden, koffie/thee-momenten en hotelmatige kosten, kapitaallasten en agogisch klimaat en het aansporen van de cliënten bij het verrichten van ADL-activiteiten (persoonlijke verzorging) door de cliënt zelf. Dit is exclusief inzet van thuiszorg of andere voorzieningen op basis van de Zvw . Indien nodig wordt van aanbieder verwacht dat hij cliënt actief toeleidt naar indicatie voor een Zvw -voorziening.

  • -

    Er zijn cliënten die 24-uurs toezicht nodig hebben wat indien nodig is inbegrepen in het geboden kortdurend verblijf..

  • -

    Het product is inclusief 120 minuten ambulante begeleiding waaronder hulp bij ADL.

  • -

    Partijen die op de logeerlocatie ook groepsbegeleiding aanbieden bieden cliënt de mogelijkheid om indien hiervoor ruimte is aan de groepsbegeleiding deel te nemen.

  • -

    De aanbieder monitort of cliënt mogelijk in aanmerking komt voor beschermd wonen, behandeling Uitgangspunt is dat het kortdurend verblijf zo dicht mogelijk bij de woonplaats van de cliënt wordt aangeboden en het vervoer van en naar de kdv locatie door de persoon zelf of het netwerk geregeld wordt. Als het vervoer niet op eigen kracht lukt dan kan hiervoor een indicatie worden verleend. Het vervoer is dan onlosmakelijk verbonden aan het kortdurend verblijf en wordt door de aanbieder georganiseerd. Zie verder paragraaf 1.7.

 

Er zijn veel manieren om de mantelzorg te ontlasten bijvoorbeeld door een vrijwilliger in te schakelen om een paar uur de zorg voor een cliënt over te nemen en ook dagbesteding kan als belangrijk neveneffect of zelfs doel hebben de mantelzorg te ontlasten. Soms is dat niet voldoende om het langdurig vol te kunnen houden of is de zorg die een vrijwilliger kan bieden, onvoldoende vanwege de beperkingen van de cliënt.

 

Alleen als er sprake is van de combinatie van voortdurend zorg en toezicht van de cliënt en dreigende overbelasting van de mantelzorger en als andere voorliggende voorzieningen niet voldoen, kan kortdurend verblijf worden geïndiceerd.

 

De omvang van kortdurend verblijf is één, twee of drie etmalen per week en is afhankelijk van wat noodzakelijk is in de specifieke situatie van de cliënt. Er is een maximum van drie etmalen per week gesteld omdat het logeren betreft; bij meer dan drie etmalen in een instelling, zal onderzocht moeten worden of er sprake is van opname waarvoor een indicatie op grond van de Wlz moet worden gesteld. Er moet wel vaststaan dat andere oplossingen, zoals bijvoorbeeld respijtzorg, vergoed door de ziektekostenverzekeraar, geen optie zijn. In de instelling waar de cliënt kortdurend verblijft, wordt de dagelijkse zorg overgenomen.

 

Wanneer verpleging nodig is, moet hiervoor apart een indicatie op grond van de Wlz of Zvw worden geïndiceerd. Behandeling behoort nadrukkelijk niet bij kortdurend verblijf.

 

Vervoer KV

In het tweede lid is geregeld, dat vervoer van en naar de locatie mogelijk wanneer dit nodig is. Wanneer uit onderzoekt blijkt, dat een cliënt in staat is met het openbaar vervoer te reizen (eventueel na oefenen onder begeleiding) of met de fiets of een ander vervoermiddel, zelfstandig (of onder begeleiding van mantelzorg of beschikbare vrijwilliger) de KV-locatie kan bereiken, dan is dat uiteraard voorliggend. Wanneer dit niet mogelijk is, zal vervoer van en naar de KV-locatie moeten worden geïndiceerd. Wanneer er medisch gezien toezicht nodig is, dan kan hiervoor een beroep gedaan worden op de Zorgverzekeringswet.

 

De gemeente hanteert hiertoe de volgende all-in bedragen:

  • -

    all-in tarief vervoer cliënt per dag dat cliënt daadwerkelijk aanwezig is en gebruikmaakt van vervoer van uitvoerder;

  • -

    all-in tarief rolstoelvervoer cliënt per dag dat cliënt daadwerkelijk aanwezig is en gebruikmaakt van vervoer van uitvoerder.

 

De tarieven zijn opgenomen in bijlage 3 van de Nadere regels.”

 

Artikel III Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking en werkt terug naar 1 januari 2024.

 

 

 

Aldus besloten in de vergadering van 16 april 2024

Burgemeester en wethouders

de heer G.J. van der Zanden de heer K. Sloots

secretaris burgemeester