Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2023

Publicatiedatum:
donderdag 14 september 2023
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal; overwegende dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot de scholingsplicht van jongeren;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 13, lid 2, onderdeel c van de Participatiewet ;

 

besluit:

vast te stellen de volgende "Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2023".

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht .

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

    • b.

      gerichte sollicitatie: een sollicitatie naar een functie die als passend wordt beoordeeld voor de jongere, mede gelet op zijn genoten opleiding en niveau;

    • c.

      jongere: persoon van 18 tot 27 jaar;

    • d.

      overbrugging: periode vanaf laatste datum melding tot eerstvolgende mogelijkheid waarop studiefinanciering kan worden ontvangen;

    • e.

      plan van aanpak: een document waarin afspraken met een jongere zijn vastgelegd;

    • f.

      scholingsplicht: de plicht tot het volgen van een opleiding wanneer dit de arbeidskansen van de jongere vergroot;

    • g.

      schuldregelingstraject: hieronder wordt verstaan het voortraject, het minnelijke traject en het wettelijke traject bij een erkende instantie voor het saneren van schulden;

    • h.

      startkwalificatie: een diploma op havo-, vwo- of mbo2-niveau;

    • i.

      re-integratietraject; het traject wat met de jongere wordt afgesproken en vastgelegd in een persoonlijk plan van aanpak;

    • j.

      zoekperiode: periode van vier weken na datum melding, bedoeld in artikel 44 van de Participatiewet , waarin de jongere nog geen aanvraag voor bijstand mag indienen.

 

HOOFDSTUK 2 SCHOLINGSPLICHT EN UITZONDERINGEN

 

Artikel 2 Scholingsplicht

  • 1.

    Een jongere die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen en hiermee zijn arbeidskansen vergroot, heeft in beginsel een scholingsplicht.

  • 2.

    Het behalen van een startkwalificatie vergroot in ieder geval de arbeidskansen. Iedere jongere zonder startkwalificatie heeft daarom in beginsel de plicht uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs te volgen.

 

Artikel 3 Uitzonderingsgronden op de scholingsplicht

  • 1.

    Het college kan een uitzondering op de scholingsplicht maken, wanneer een jongere geobjectiveerd aantoont dat hij geen regulier onderwijs kan volgen of wanneer dit in redelijkheid (nog) niet van hem gevergd kan worden. Uitzondering is mogelijk, indien de jongere naar het oordeel van het college:

    • a.

      een volgens een deskundige vastgesteld cognitief probleem heeft;

    • b.

      een volgens een deskundige vastgesteld medisch en/of psychisch probleem heeft;

    • c.

      een volgens een deskundige vastgesteld sociaal probleem heeft;

    • d.

      te maken heeft met andere persoonlijke omstandigheden, waardoor het verplicht volgen van onderwijs niet gevergd kan worden.

  • 2.

    Een uitzondering op de scholingsplicht wordt in ieder geval gemaakt als de jongere:

    • a.

      een schuldregelingstraject volgt;

    • b.

      (nog) geen aanspraak kan maken op studiefinanciering, bijvoorbeeld doordat de jongere moet wachten tot het eerstvolgende instroommoment;

    • c.

      een startkwalificatie heeft en zijn kansen op de arbeidsmarkt door het volgen van verdere opleiding naar verwachting niet meer toenemen;

    • d.

      verblijft in een op verpleging of verzorging gerichte instelling;

    • e.

      inburgeraar is en een inburgeringstraject volgt.

 

Artikel 4 Uitzonderingen alleenstaande ouder en scholingsplicht

  • 1.

    De alleenstaande ouder, jonger dan 27 jaar met kinderen tot 5 jaar, die ontheffing heeft van de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9a, eerste lid van de Participatiewet , heeft scholingsplicht.

  • 2.

    De alleenstaande ouder, jonger dan 27 jaar met kinderen tot 5 jaar, heeft geen scholingsplicht wanneer een uitzondering als genoemd in artikel 3 van toepassing is.

 

Artikel 5 De jongere kan geen uit ‘s Rijks kas bekostigd onderwijs volgen

Wanneer het college heeft vastgesteld dat er sprake is van een uitzondering op grond van artikel 3 en artikel 4, tweede lid, wordt bijstand verleend.

 

Artikel 6 De jongere kan tijdelijk geen uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgen/overbrugging

  • 1.

    Indien het college heeft vastgesteld dat van de jongere tijdelijk niet kan worden verlangd dat deze door het 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen, wordt bijstand verleend.

  • 2.

    Op de jongere blijven tot het eerstvolgende instroommoment de verplichtingen van de Participatiewet van kracht.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op de jongere, die door eigen toedoen geen uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs (meer) volgt. De uitkering wordt afgestemd volgens de bepalingen van de Participatiewet.

 

HOOFDSTUK 3 ZOEKPERIODE

 

Artikel 7 Zoekperiode voor de jongere

  • 1.

    De jongere, waarvoor op basis van de wet de zoektijd van toepassing is, die voor algemene bijstand in aanmerking wil komen dient zich tijdens de zoekperiode, zoals bedoeld in artikel 41, vierde lid van de Participatiewet, aantoonbaar te hebben ingespannen om te onderzoeken welke mogelijkheden hij heeft om inkomsten te verkrijgen uit werk of uit het volgen van uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor het geven van voorlichting aan de jongere in de zoekperiode.

  • 3.

    De jongere dient de opdrachten, verstrekt door het college, tijdens de zoekperiode op te volgen.

 

Artikel 8 Over te leggen documenten na zoekperiode van vier weken

  • 1.

    Om de scholingsmogelijkheden van de jongere te beoordelen, is deze na de zoekperiode van vier weken verplicht om aan het college in ieder geval de volgende documenten over te leggen:

    • a.

      een bijgewerkte curriculum vitae (cv);

    • b.

      behaalde diploma's en certificaten;

    • c.

      indien van toepassing informatie waaruit blijkt op welke opleiding(en) de jongere zich heeft georiënteerd;

    • d.

      indien van toepassing, een verklaring van bijvoorbeeld een huisarts, behandelend arts, medisch specialist of professionele hulpverlening waaruit blijkt dat er sprake is van een medisch en/of psychisch probleem die de scholingsmogelijkheid van de jongere beïnvloedt.

  • 2.

    Om de houding en het gedrag van de jongere te beoordelen ten aanzien van arbeidsverplichtingen, is de jongere, na de zoekperiode van vier weken, verplicht de volgende documenten over te leggen:

    • a.

      bewijsstukken van gerichte sollicitaties;

    • b.

      een bijgewerkte curriculum vitae (cv);

    • c.

      overzicht van inschrijving bij uitzendbureaus;

 

Artikel 9 Gevolgen niet aantoonbare inspanningen tijdens zoekperiode

  • 1.

    Indien de jongere onvoldoende inspanningen heeft verricht op het gebied van het vinden van werk en scholing, kan een maatregel opgelegd worden op grond van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Stadskanaal 2015.

  • 2.

    In het geval dat de jongere zijn scholingsmogelijkheden na de zoekperiode niet aantoont, dan zal hem een redelijke termijn worden geboden om zijn aanvraag aan te vullen. Indien de aanvraag niet binnen de redelijke termijn wordt aangevuld, kan het college niet vaststellen of er scholingsmogelijkheden zijn, dan wel of er recht op bijstand bestaat. De aanvraag wordt dan op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld.

 

Artikel 10 Plan van aanpak

Indien bijstand wordt toegekend, stelt het college in samenspraak met de jongere zo spoedig mogelijk een plan van aanpak op, zoals bedoeld in artikel 44, vierde lid van de Participatiewet.

 

Artikel 11 Voorwaarden Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)-traject

  • 1.

    Als de jongere een BBL-traject gaat volgen, moet er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de jongere.

  • 2.

    De jongere die een BBL-traject volgt, dient een salaris te ontvangen conform hetgeen in de CAO in de desbetreffende branche is vastgesteld.

  • 3.

    Als er geen salaris wordt ontvangen in het kader van een BBL-traject, dient de jongere bewijsbaar te onderzoeken of een andere werkgever gevonden kan worden of een opleiding waarbij recht bestaat op studiefinanciering.

  • 4.

    Als het college vaststelt dat de jongere geen andere mogelijkheden heeft, bestaat recht op (aanvullende) bijstand.

 

Artikel 12 Indienen aanvraag

  • 1.

    De jongere dient binnen zeven dagen na afloop van de zoekperiode een aanvraag voor algemene bijstand in te dienen.

  • 2.

    Indien de jongere niet binnen zeven dagen na afloop van de zoekperiode de aanvraag voor bijstand heeft ingediend schuift de ingangsdatum van de uitkering op met het aantal dagen dat de aanvraag later wordt ingediend met een maximum van 30 dagen.

  • 3.

    Indien de jongere zich na 37 dagen na het verstrijken van de zoekperiode opnieuw meldt, dan dient dit aangemerkt te worden als nieuwe meldingsdatum, waarna er een nieuwe zoekperiode van vier weken in werking treedt.

 

Artikel 13 Besluit ontheffing scholingsplicht

Wanneer een jongere niet aan zijn scholingsplicht kan of (tijdelijk) niet hoeft te voldoen, dan wordt dit kenbaar gemaakt middels een beschikking.

 

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2023".

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden één dag na bekendmaking in werking.

  • 2.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding wordt de ‘Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2015, vastgesteld op 24 september 2013 en gewijzigd op 2 december 2014, ingetrokken.

Aldus vastgesteld op 29 augustus 2023

Het college van burgemeester en wethouders

de heer G.J. van der Zanden de heer K. Sloots

secretaris burgemeester