Verordening Participatieraad gemeente Stadskanaal
Gemeente Stadskanaal: Wijziging Verordening Participatieraad gemeente Stadskanaal (Z-19-050969/D/19/157082)
-
A.
In artikel 1, lid 2 sub 4, aanhef wordt toegevoegd “algemeen”, zodat de aanhef nu komt te luiden:
De woorden “het bestuur van de Participatieraad, bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester”, in artikel 1, lid 2, sub 4 worden vervangen door de woorden: “de leden van de Participatieraad”, zodat artikel 1, lid 2 sub 4 nu komt te luiden:
-
B.
De woorden “bestuurlijk overleg“, in artikel 1, lid 2, sub 5, aanhef worden vervangen door de woorden ”dagelijks bestuur”, zodat de aanhef nu komt te luiden:
De woorden “een overleg op uitnodiging van de Participatieraad met een lid van het college”, worden vervangen door de woorden: “het dagelijks bestuur van de Participatieraad, bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester”, zodat artikel 1, lid 2, sub 5 nu komt te luiden:
“dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Participatieraad, bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester”.
-
C.
De woorden “het beleid”, in artikel 1, lid 2, sub 6, aanhef, worden vervangen door de woorden: “bestuurlijk overleg”, zodat artikel 1, lid 2, sub 6, aanhef nu komt te luiden:
De woorden: “de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid aangaande de wet” worden vervangen door de woorden “een overleg op uitnodiging van de Participatieraad met een lid van het college”, zodat artikel 1, lid 2, sub 6 nu komt te luiden:
“bestuurlijk overleg: een overleg op uitnodiging van de Participatieraad met een lid van het college”.
-
D.
De woorden “participatieraad”, in artikel 1, lid 2, sub 7, aanhef worden vervangen door de woorden: “het beleid”, zodat de aanhef nu komt te luiden:
De woorden: “een onafhankelijke opererend intern adviesorgaan van het college, bestaande uit belanghebbenden en vertegenwoordigers die op grond van de wet als bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de IOAZ, artikel 42 van de IOAW, artikel 11 van de Wmo en artikel 2.10 van de Jeugdwet betrokken wordt bij de uitvoering van deze wetten”, worden vervangen door de woorden: “de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid aangaande de wet”, zodat artikel 1, lid 2 sub 7 nu komt te luiden:
“het beleid: de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid aangaande de wet”.
-
E.
Het woord “vergadering”, in artikel 1, lid 2, sub 8, aanhef wordt vervangen door het woord: “participatieraad”, zodat de aanhef nu komt te luiden:
De woorden “een vergadering van de Participatieraad zonder aanwezigheid van een lid van het college”, worden vervangen door de woorden: “een onafhankelijke opererend intern adviesorgaan van het college, bestaande uit belanghebbenden en vertegenwoordigers die op grond van de wet als bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de IOAZ, artikel 42 van de IOAW, artikel 11 van de Wmo en artikel 2.10 van de Jeugdwet betrokken wordt bij de uitvoering van deze wetten”, zodat artikel 1, lid 2, sub 8 nu komt te luiden:
“participatieraad: een onafhankelijke opererend intern adviesorgaan van het college, bestaande uit belanghebbenden en vertegenwoordigers die op grond van de wet als bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de IOAZ, artikel 42 van de IOAW, artikel 11 van de Wmo en artikel 2.10 van de Jeugdwet betrokken wordt bij de uitvoering van deze wetten”.
-
F.
Het woord: “volwaardig burgerschap”, in artikel 1, lid 2, sub 9, aanhef, wordt vervangen door het woord “vergadering”, zodat de aanhef nu komt te luiden:
De woorden ”burgers die (naar vermogen) participeren in de samenleving”, worden vervangen door de woorden: “een vergadering van de Participatieraad zonder aanwezigheid van een lid van het college”, zodat artikel 1, lid 2, sub 9 nu komt te luiden:
“vergadering: een vergadering van de Participatieraad zonder aanwezigheid van een lid van het college”.
-
G.
In artikel 1, lid 2, sub 10 [nieuw], aanhef wordt ingevoegd: “volwaardig burgerschap”, zodat de aanhef nu komt te luiden:
De woorden: “burgers die (naar vermogen) participeren in de samenleving” worden ingevoegd, zodat artikel 1, lid 2, sub 10 nu komt te luiden:
“volwaardig burgerschap: burgers die (naar vermogen) participeren in de samenleving”.
- A.
-
B.
De woorden “binnen vier weken na de ontvangst van de adviesvraag”, in artikel 4, tweede lid worden vervangen door de woorden: “binnen zes weken na de ontvangst van de adviesvraag”, zodat artikel 4, lid 2 nu komt te luiden:
“Het college vraagt de Participatieraad tijdig om advies zodat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. De Participatieraad brengt vervolgens binnen zes weken na de ontvangst van de adviesvraag advies uit aan het college”.
- A.
- B.
- C.
-
D.
Het woord “bestuur”, in artikel 9, lid5, tweede volzin wordt vervangen door de woorden: “dagelijks bestuur”, zodat artikel 9, lid 5, tweede volzin nu komt te luiden:
“De Participatieraad kiest uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. Zij vormen samen het dagelijks bestuur van de Participatieraad”.
-
Het woord “bestuur”, in artikel 11, lid 3, wordt vervangen door de woorden: “dagelijks bestuur”, en worden in [nieuw} de tweede zin twee de woorden toegevoegd: “Dit geschiedt slechts op verzoek van het betreffende lid”, zodat artikel 11, lid 3, nu komt te luiden: “in afwijking van het eerste lid, kan het dagelijks bestuur de verrichte werkzaamheden van een lid ter voorbereiding op een vergadering die niet is bijgewoond door het lid, aanmerken als het hebben bijgewoond van de betreffende vergadering. Dit geschiedt slechts op verzoek van het betreffende lid”.